EERHERSTEL
Een veroordeling komt terecht in het Centraal Strafregister en wordt doorgaans ook vermeld op het uittreksel uit het strafregister. Het goede nieuws is dat bepaalde strafrechtelijke veroordelingen na verloop van drie jaar automatisch gewist worden. U hoeft hiervoor niets te doen en geen kosten te betalen. Het gaat om politiestraffen, ofwel gevanisstraffen van 1 dag tot en met 7 dagen, een geldboete van maximaal € 25 en een werkstraf van 20 uur tot maximaal 45 uur.
Vallen de veroordelingen op uw strafblad niet onder de noemer 'politiestraffen', zoals hierboven vermeld? Dan kan u een procedure eerherstel starten, waarbij u de vraag stelt aan de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement van uw woonplaats, om de desbetreffende veroordelingen van het uittreksel uit het strafregister te verwijderen. Indien u in het buitenland woont, dan richt u de vraag tot de procureur des Konings van het arrondissement Brussel.
Hieraan zijn echter een aantal voorwaarden gekoppeld:
- U moet alle uitgesproken straffen ondergaan hebben, eventuele geldboetes en schadevergoedingen betaald hebben, evenals de (gerechts)kosten. Indien de straf door verjaring niet meer kon uitgevoerd worden, mag het feit dat de straf niet werd uitgevoerd niet aan u te wijten zijn.
- U moet een proeftermijn van 3 tot 10 jaar (afhankelijk van de aard veroordelingen) ondergaan hebben, waarin u blijk gegeven heeft van verbetering van uw gedrag. Daarbij wordt vooral rekening gehouden met nieuwe strafbare feiten, waarvoor u niet noodzakelijk opnieuw veroordeeld werd.
- U hebt de afgelopen 10 jaar geen herstel in eer en rechten genoten. Dit is de reden waarom vaak gezegd wordt dat men maar één keer in het leven eerherstel zou kunnen aanvragen. Strikt gezien is dit niet correct, doch de kans is niet bijzonder groot dat men meermaals in aanmerking komt voor eerherstel.
De proeftijd bedraagt 3 jaar voor alle straffen tot 5 jaar gevangenisstraf, maar wordt 6 jaar indien de verzoeker veroordeeld geweest is wegens wettelijke herhaling, of ter beschikking gesteld werd van de strafuitvoeringsrechtbank. (Wettelijke herhaling is een voorziening in de wet waarbij recidivisme zwaarder bestraft wordt.) Voor straffen boven de 5 jaar gevangenisstraf, bedraagt de proeftijd 5 jaar, maar wordt deze termijn 10 jaar indien de verzoeker veroordeeld geweest is wegens wettelijke herhaling.
De proeftermijn kan echter nooit minder zijn dan de duur van het uitstel bij voorwaardelijke veroordelingen.
De proeftijd start vanaf de dag van de (voorwaardelijke) veroordeling, de dag van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (indien gevolgd door een definitieve invrijheidsstelling) of de dag waarop de straf vervallen/verjaard zijn. Het verzoek om in eer en rechten hersteld te worden mag evenwel al een jaar voor het verstrijken van de proeftermijn worden ingediend.
De verzoekende partij moet zelf een dossier samenstellen. Dit dossier bestaat uit volgende documenten:
- Een uittreksel uit het strafregister
- Een voor eensluidend verklaard uittreksel uit de desbetreffende vonnissen of arresten
- Een uittreksel uit het moraliteitsregister indien men een gevangenisstraf ondergaan heeft
- Een verklaring van de burgemeester, van de gemeente waar de verzoekende partij tijdens de proeftermijn verbleef, met betrekking tot het verblijf, de beroepsarbeid en het inkomen van verzoekende partij tijdens de proeftermijn
- Een bewijs dat alle penale boeten, schadevergoedingen en (gerechts)kosten betaald werden
Omdat het voor velen niet helemaal duidelijk is welke attesten men moet voorleggen en waar men deze moet opvragen, is het aangewezen in deze procedure beroep te doen op een advocaat.
Zodra het dossier volledig is, zal de procureur des Konings het verzoek voorleggen aan de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep. Indien het dossier in orde is en verzoeker aan alle voorwaarden voldoet, zal het openbaar ministerie een positief advies verlenen. In dat geval verloopt de procedure louter schriftelijk en hoeft u dus niet voor een rechter te verschijnen.
In het andere geval worden het openbaar ministerie, de verzoekende partij en zijn advocaat gehoord op een zitting.
Indien de Kamer van Inbeschuldigingstelling het verzoek afwijst, dan mag men achteraf een nieuwe poging ondernemen, maar dient men twee jaar (na de dagtekening van het arrest) te wachten om een nieuw verzoek in te dienen.
Indien de Kamer van Inbeschuldigingstelling herstel in eer en rechten verleent, beschikt u opnieuw over een blanco strafblad.
Wenst u een procedure eerherstel te starten of hebt u hierover nog vragen? Aarzel niet contact op te nemen met Mr. Holvoet: sabrina.holvoet@advocaat.be.